fotografie Wim van Velzen - artikelen





lezen van het landschap

achtergronden bij de Schotse en Ierse landschappen


Een ongerept stuk Europa?

De eerste keer dat ik de Schotse hooglanden bezocht maakte een verpletterende indruk op mij. Zoveel ruimte, zoveel rust. Prachtig licht en eindeloze kusten en eilanden. Een ongerept stuk Europa.
Inmiddels ben ik er vele malen geweest. Het land is mij alleen maar meer lief geworden, de schoonheid onovertroffen - maar ik weet nu wel dat het niet ongerept is. Zonder de mens had het land er heel anders uitgezien.

Connemara

Vele natuurlijke en historische factoren hebben bijgedragen aan het landschap van Schotland en Ierland. In dit artikel beschrijf ik de belangrijkste. Daarbij beperk ik me tot de Schotse hooglanden en eilanden en de westkust van Ierland. Deze gebieden vormen in geologie, ecologie en geschiedenis een continuüm.
Het is vooral geen reisgids of een lijst met 'wat je niet missen mag'. Ook is het geen algemene geschiedenis van de beide landen: ik bespreek alleen wat je in het landschap aan kunt treffen.

Evenmin is het een overzicht van de flora en fauna van deze landen. Uiteraard zijn de planten en dieren nauw verbonden met het landschap waarin ze voorkomen, maar ze worden hier niet besproken - over het landschap als zodanig zijn al boeken vol te schrijven! Ik moet me dus beperken.

In dit artikel wordt behandeld wat voor het grote geheel van geldt. Wat alleen in een bepaald gebied een rol speelt, bespreek ik bij de portfolio's van de afzonderlijke gebieden.

[ Voor een vergroting van de foto's die de tekst begeleiden, kun je op die foto's klikken. De grote foto's worden getoond in aparte vensters. Die kun je weer wegklikken om de tekst van dit artikel verder te lezen. ]



vuur en ijs
Elishader 3

Bijna overal op de Britse Eilanden kom je in aanraking met de geologische geschiedenis. Zeker aan de kust en in de bergen laten de aardlagen en verschillende gesteenten zich goed zien. Vulkanische activiteiten hebben spectaculaire rotsformaties veroorzaakt; door de tand des tijds zijn andere delen juist uitgesleten.
Een van de fraaiste gevolgen van vulkanisme zijn de basaltzuilen, zoals in Kilt Rock en het overweldigende Staffa.

Caherconnell 2

Het grootste deel van de Schotse Hooglanden en de Ierse westkust hebben arme grond. De rotsen zijn erg hard en de bodem wordt gemakkelijk zuur door het gebrek van kalk. Er zijn echter uitzonderingen.
The Burren, county of Clare, is een gebied vol kalksteen, dat laat zien dat dat wat nu land is vroeger soms onder zee lag. Het gesteente is in feite niets anders dan samengeperste dode schelpen en koralen.
machair, Oldshoremore

Onder invloed van water, wind en ijs is het zachte kalkgesteente overal gebarsten en hebben zich onderaardse rivieren en grotten gevormd. Deze bodem heeft bovendien geleid tot een heel bijzondere vegetatie, met veel planten die verder alleen in hooggebergtes of juist subtropische gebieden voor komen.
Op de buitenste Hebriden en op sommige delen van de Schotse noordwest kust hebben boeren eeuwenlang hun akkers en weiden gemest met zeewier. Dit voegde allerlei mineralen toe aan de bodem. Zo ontstond een heel bijzondere biotoop waar veel planten en dieren goed gedijen: de Machair.

Glen Etive 4 Loch Etive

Recenter, maar nog altijd meer dan tienduizend jaar geleden, werd het landschap verder gevormd door enorme pakketten ijs, die over grote delen van het noordelijk halfrond lagen. Geweldige gletsjers, zoals nu nog te vinden op Groenland, schiepen vooral in de Schotse hooglanden de karakteristieke V- en U-vormige dalen. Aan het einde van zo'n dal, meestal bij zee, zijn de eindmorenen te vinden: door de gletsjers rondgeslepen keien.
Toen het ijs zich definitief terugtrok veerde het land als het ware weer op. Doordat de enorme druk van de tot wel kilometers dikke laag ijs wegviel, kwamen sommige delen van het land meer dan 30 meter omhoog. Dit verklaart waarom vlak achter het huidige strand vaak nog een hoger gelegen vlak stuk ligt: de zogenaamde 'raised beaches': gerezen stranden.



graven en forten
Machrie Moor 1

Vermoedelijk deed zo'n 6000 jaar v. Chr. de mens voor het eerst zijn intrede in Schotland en Ierland. Hun houten huizen, akkers, boten en gereedschap zijn alleen door opgravingen terug te vinden. De graven, steenkringen en opgerichte stenen zijn echter overal te zien.
De laatste eeuwen zijn elders in West-Europa veel van deze monumenten uit het Neolithicum (de Nieuwe Steentijd) 'opgeruimd', maar zeker in Ierland is dat niet gebeurd vanwege het geloof dat het plaatsen van elven en geesten waren.

In dezelfde tijd dat de prehistorische mensen hun grafmonumenten bouwden, kapten ze ook grote stukken van het toen nog vrijwel geheel beboste landschap. Hierop graasden hun vee en verbouwden ze hun graan en groenten.
turfwinning

In combinatie met een verandering van het klimaat, dat kouder en natter werd, ontstonden door de ontbossing enorme veengebieden (die van nature alleen voorkwamen in het hoge noorden van Schotland: the Flow Country). In deze zure milieus konden nauwelijks bomen groeien. Dode planten konden niet volledig verteren. Zo ontstonden de meters dikke lagen turf: dikke pakketten plantenresten.
Eeuwenlang al is het turf in gebruik als brandstof voor de bevolking. Nog steeds valt als de haarden branden de typische geur op te snuiven. Helaas heeft de schaal waarop de laatste decennia turf gewonnen is het voortbestaan van vele planten en diersoorten in gevaar gebracht: er is niet veel oorspronkelijk veen meer over. Glenelg broch

Uit een latere tijd (tussen 500 voor en 500 na Chr.) dan die van de grafmonumenten en de eerste landbouwers, zijn een aantal speciale woonplaatsen duidelijk zichtbaar gebleven - alhoewel de overblijfselen veelal niet hoger zijn dan een meter of twee.
Vooral in Ierland zijn er talloze ringforts te vinden. De Keltische naam van zo'n fort is dun, waar veel huidige plaatsen hun naam nog aan te danken hebben. Het zijn stenen omheiningen van oorspronkelijk meestal een meter dikte en meer dan manshoogte. De meeste forts hebben een doorsnee van 20 tot 40 meter en dienden waarschijnlijk om snel vee en mensen in veiligheid te brengen.
In dezelfde tijd zijn in Schotland honderden brochs gebouwd. Stenen woon- en verdedigingstorens tot soms wel 20 meter hoogte en met een doorsnee van een meter of 10. De muren van de broch zijn hol en dienden waarschijnlijk als opslagplaats.



kerken en kastelen
Glendalough 3

Hoewel de Romeinen de Schotse Hooglanden en Ierland nooit hebben veroverd, zijn deze gebieden al vroeg gekerstend. Overal verspreid - vaak op de meest afgelegen plaatsen - zijn kerkjes, kapellen en heilige bronnen te vinden, soms al 1400 jaar oud!
Corcomroe Abbey 1 In de Middeleeuwen hebben er ook talloze abdijen gestaan, maar die zijn nu vaak niet meer dan ruïnes: toen in de zestiende eeuw de Engelse en Schotse koningen overgingen tot het protestantisme, zijn de meeste kloostergemeenschappen opgeheven en voorzover ze niet in de steden stonden zijn de gebouwen vervallen geraakt.

Castle Tioram 3

Uit dezelfde tijd stammen de talrijke kastelen. Van eenvoudige woontorens tot uitgebreidere complexen zijn ze overal te vinden. Na de oorlogen met de Engelsen in de zeventiende en achttiende eeuw zijn veel kastelen ontmanteld of verlaten voor comfortabeler woningen.
Her en der zijn de afgelopen eeuw een aantal kastelen gerestaureerd, vaak omringd door prachtige tuinen. Andere zijn niet meer dan een hoop stenen, die je nauwelijks opmerkt in het landschap.



landbouwhervorming, clearances en honger
Knocknaree

Vanwege allerlei maatschappelijke ontwikkelingen in de achttiende eeuw, ontstond een grotere afstand tussen de plaatselijke gemeenschappen, de Clans, en hun chiefs, die zich steeds meer als landeigenaren in plaats van leiders van een gemeenschap gingen gedragen. Zij wilden meer opbrengst van hun land, wat leidde tot een verschuiving van kleinschalig en gemengd landgebruik naar grotere landerijen en kuddes.
Vooral de Enclosure Acts (omheiningswetten) hebben hun sporen nagelaten in het landschap. Het land werd in grote delen van de Britse Eilanden opnieuw verkaveld in grotere eenheden. De ontstane akkers en weides werden vervolgens omgeven door de karakteristieke heggen en muurtjes.

Rond 1800 werd een schapenras ontwikkeld, dat de harde winters in de Hooglanden buiten kan doorstaan. De wolprijzen in die tijd lagen hoog, dus het was aantrekkelijk om veel schapen te houden. De landeigenaren hadden maar een probleem: het land was al in gebruik bij hun pachters. Deze leefden in hun townships (zoals Auchindrain). Rondom hun huizen - meestal een stuk of 10 bij elkaar - hadden zij hun akkers en moestuinen, waarbuiten de gemeenschappelijke graasgronden voor hun runderen lagen.
Glen Rosa, Isle of Arran Om de schapenteelt en dus een hogere opbrengst te realiseren, lieten de landeigenaren hun pachters (hun eigen trouwe clansmen!) verdrijven uit hun huizen: de beruchte Clearances (ruimingen). Waar de pachters niet goedschiks gingen, werden hun huizen verbrand en zo nodig werd het leger in gezet. Eigendom is namelijk heilig voor de wet - en de pachtwoningen zijn het eigendom van de landeigenaar!
Velen kozen voor emigratie naar Amerika of Australië. Anderen vestigden zich zo goed en zo kwaad als het ging aan de kust. Als crofters betaalden zij hun pacht uit de opbrengst van hun 'crofts', minieme akkers (de vruchtbare delen werden gebruikt voor de lucratieve schapenteelt), visserij en alles wat hun hand vond om te doen.

De indeling van de kuststrook in crofts heeft geleid tot het typische bebouwingspatroon in de Hooglanden: verspreid staande huizen lang de kustwegen. Her en der liggen kleine haventjes met kreeftenfuiken en kleinschalige visserij - geld voor commerciële visserij hadden de verdreven boeren immers niet. Tegenwoordig wordt het inkomen vaak aangevuld met inkomsten uit toerisme, getuige het grote aantal Craftshops en Bed & Breakfast adressen.

En de glens? Waar eens de talloze townships lagen, ligt nu nog een enkele schapenboerderij. De ruïnes van de oude boerenhuizen raken overwoekerd. En toen halverwege de negentiende eeuw de vraag naar wol sterk afnam, werden de schapen vaak afgedankt en de landerijen omgezet in shooting estates: enorme stukken land, gereserveerd voor herten- of patrijzenjacht. Engelse en Laagland heren legden vaak enorme bedragen neer om een paar weken per jaar deze dieren neer te kunnen leggen.
Nog steeds is het aantal herten (en schapen!) in Schotland onnatuurlijk hoog en daarmee de begrazingsdruk. Feitelijk zijn de beroemde moors ecologisch sterk verarmde natte woestijnen. Zodra echter de begrazing wegvalt, krijgt de oorspronkelijke vegetatie weer de kans (zie hieronder).

In diezelfde negentiende eeuw voltrok zich in Ierland een nog groter drama. Na de introductie in de achttiende eeuw was de aardappel al snel het belangrijkste volksvoedsel geworden. De bevolking kon zich ongekend snel uitbreiden tot een acht miljoen rond 1830. Een aantal dramatische misoogsten in de jaren 1840 en een volledig falend overheidsbeleid leidden tot enorme hongersnoden - waarbij het voor het volk onbetaalbare koren gewoon nog naar Engeland werd geëxporteerd.
In die jaren zijn meer dan een miljoen mensen door de honger omgekomen en nog eens een miljoen zijn onder erbarmelijke omstandigheden geëmigreerd naar vooral de Verenigde Staten.
Het platteland veranderde ingrijpend van aanzien. De dorpen liepen leeg, grote stukken land bleven onbewerkt. Het zou nog jaren duren voor de trek naar de steden en het buitenland ophield.



de laatste eeuw

Anders dan elders in Europa hebben de beide wereldoorlogen Ierland en Schotland geen ander gezicht gegeven - hoewel vele Schotten en Ieren overzees gesneuveld zijn. Afgezien van wat nieuwbouw lijken de plaatsjes niet veel veranderd de laatste honderd jaar. Grootschalige industrialisatie is het platteland voorbijgegaan - wel is er off-shore olieindustrie bij de Schotse oostkust.
Niettemin heeft ook het platteland vele veranderingen doorgemaakt. Wegen zijn geasfalteerd, er zijn stuwmeren en waterkrachtcentrales gekomen. Mechanisatie, kunstmest en Europese regelgeving hebben de landbouw ingrijpend veranderd en daarmee het aanzicht van de akkers en weiden - terwijl andere stukken land als onrendabel aan de natuur zijn overgelaten.

Het herstel van de economie in de jaren negentig en de investeringen vanuit de Europese Unie hebben gezorgd voor een goede infrastructuur. Wegen worden verbreed en plaatselijke nijverheid ondersteund. Vooral in Ierland is aan de vele nieuwe huizen en wegen te zien dat het platteland weer een aantrekkelijke woon- en werkomgeving is geworden.
Campsite Donard, county of Wicklow

Het toerisme is een belangrijke factor geworden in de plaatselijke economieën. Hierbij is overigens de grootschaligheid vande Spaanse costas of de wintersportgebieden goeddeels vermeden. De meeste toeristen worden dan ook aangetrokken door het landschap, het wandelen en de rust.

De meest zichtbare wijziging in het landschap is de komst van de bosbouw. Grote delen van het land zijn omgevormd tot rechthoekige houtakkers met de typerende monotonie van zulk aangelegd bos. Wanneer grote percelen gekapt zijn, ontstaat een vervreemdend landschap van stobben en een enkel schriel boompje dat de moeite van het kappen niet waard was.
De laatste decennia wordt er wel geprobeerd om meer afwisseling in boomsoorten en kapregimes aan te brengen. Daarmee wordt de bosbouw ook minder kwetsbaar voor ziektes en stormen. Gezien de gemiddelde cyclus zo'n 40 jaar is, duurt het nog wel een tijd voordat de ergste monotonie voorbij zal zijn.

Vanwege de ligging van Ierland en Schotland is het niet verbazingwekkend dat hun inwoners altijd vis gegeten hebben. Na de Clearances werden veel mensen naar de kust gedreven en won de visserij aan belang. Tegenwoordig hebben Schotland zowel als Ierland een aantal van de grootste Europese vissershavens. De hoeveelheid vis dat elk jaar gevangen vormt zelfs een bedreiging voor de visstand.
In de vele sealochs (fjorden) zijn de laatste jaren fishfarms (viskwekerijen) opgezet. Door vervuiling en de aanleg van waterkrachtcentrales viel er steeds minder vis uit de ooit zeer zalmrijke rivieren te vangen.
In grote drijvende kooien wordt de vis nu opgekweekt tot de gewenste grootte. Naast werkgelegenheid - een schaars goed in de afgelegen kustgebieden - roept de fishfarming de discussie op hoever de menselijke activiteit kan gaan in deze kwetsbare milieus.


Juist in de afgelopen eeuw, waarin de landbouw grootschaliger werd en het merendeel van de mensen in steden is gaan wonen, zijn velen het belang van natuurbehoud en -herstel in gaan zien. Kwetsbare natuurgebieden worden zo goed en zo kwaad als het gaat beschermd, elders wordt geprobeerd om de schade door overbegrazing, onevenwichtige beheer en vervuiling te herstellen.
Uiteraard is dit een moeizaam proces, waar maar al te vaak de korte termijn belangen een grotere rol spelen dan zorg voor de toekomst. Verder is het een voortdurend zoeken naar een evenwicht tussen werkgelegenheid voor de bevolking en ruimte voor de natuur.

Goede voorbeelden van duurzaam natuurbeheer zijn het herstel van het oorspronkelijke eikenbos aan de kust van Loch Sunart door de Forestry Commission, de instantie die zich juist bezig houdt met de commerciële bosbouw.
In het Ben Eighe gebied en rond Glen Affric wordt gewerkt aan het herstel van de originele Caledonian Pine bossen. Door grote hekken worden grazende herten en schapen buiten de gebieden gehouden en krijgt het bos de kans zich te verjongen.

Hopelijk krijgt de natuur weer de kans om haar eigen dynamiek te hebben - en zal de mens zijn eigen steeds veranderde manier van leven daaraan weten aan te passen.




Dit artikel is geschreven door Wim van Velzen, © 2002. Ik dank hier graag Struan Gray voor zijn waardevolle aanvullingen.
Op- en aanmerkingen zijn welkom!

Deze en nog veel meer foto's zijn opgenomen in de verschillende portfolio's!
Het is ook mogelijk vergrotingen van deze foto's te bestellen of ze editoraal of commercieel te gebruiken.